De baarmoeder heeft de vorm van een omgekeerde peer en bestaat vooral uit het baarmoederlichaam en de baarmoederhals. Het brede deel, het baarmoederlichaam, is het grootst. In de wand van het baarmoederlichaam zitten twee lagen: slijmvlies aan de binnenkant en spieren aan de buitenkant. Links en rechts van het baarmoederlichaam liggen de eierstokken met de eileiders. De eileiders verbinden de baarmoeder met de eierstokken. Het baarmoederlichaam gaat over in de baarmoederhals. Dat is het onderste, smalle deel van de baarmoeder. De baarmoederhals mondt uit in de vagina.
- Baarmoederhalskanker ontstaat meestal in het overgangsgebied tussen de baarmoederhals en de baarmoedermond.
- Baarmoederlichaamkanker (meestal spreken we gewoon van baarmoederkanker) ontwikkelt zich in het slijmvlies (endometrium) in het baarmoederlichaam.
Baarmoederhalskanker en baarmoederlichaamkanker verlopen heel verschillend. Ook de behandeling verschilt.