Sondevoeding
‘Een week na de operatie kreeg ik niets meer binnen. Bleek dat het litteken van de operatie was uitgezet, wat wel vaker voorkomt, waardoor de buismaag dichtzat. Dat werd onder een lichte verdoving in orde gebracht. Het moest later nog eens gebeuren. Na tien dagen in het ziekenhuis kon ik naar huis. Eten lukte de ene keer beter dan de andere. Ik had regelmatig last van wat ze dumping noemen. Dat krijg je als voedsel zeer snel in de darmen komt en die het niet meteen verteerd krijgen. Ik kreeg dan hevige krampen en diarree.’
‘Ook thuis kreeg ik nog sondevoeding, daar ben ik pas in september 2019 mee kunnen stoppen. Aanvankelijk kwam er een thuisverpleegkundige langs om de sonde ’s avonds aan te sluiten en ’s morgens weer af te koppelen, maar na een tijdje kon ik dat zelf.’
‘Omdat bij de operatie toch enkele kankercellen waren gevonden in de klieren kreeg ik vanaf juni 2019 chemotherapie. Dat was bijzonder zwaar. Ik kon niets meer eten of drinken, ik overleefde op de sondevoeding. Na vier van de zes geplande beurten ben ik gecrasht, ik viel flauw in de badkamer en werd weer opgenomen in het ziekenhuis. Daar lag ik gedurende een week ononderbroken aan de sonde. De laatste twee chemobeurten heb ik niet meer gehad.’
Kleine porties
‘Ik woog vroeger om en bij de 70 kilogram, na de operatie en de chemo nog 55. Dat is nu nog altijd mijn gewicht, ik kom niet meer bij. Het eten gaat wel al veel beter. In het begin at ik tot wel acht keer per dag, telkens zeer kleine hoeveelheden. Nu zit ik weer op het ritme van drie maaltijden met af en toe een tussendoortje, al blijven de porties kleiner dan vroeger. Op restaurant is een hoofdgerecht meer dan voldoende. Dan nog vraag ik af en toe om een deel van de maaltijd mee te nemen naar huis.’