De blaas vangt urine op die langs de urineleiders uit de nieren komt. De blaas slaat de urine tijdelijk op. Via de urinebuis (plasbuis of urethra) plas je de urine daarna uit. Nieren, urineleiders, blaas en urinebuis vormen samen de urinewegen.
Bij blaaskanker vormen zich kwaadaardige cellen in de blaas. Er zijn verschillen soorten blaastumoren, die genoemd worden naar de cellen waarin ze ontstaan. De meest voorkomende blaaskanker gaat uit van het slijmvlies van de blaas. Omdat er overal in de urinewegen slijmvliezen zitten, kunnen er op verschillende plaatsen in de urinewegen tumoren voorkomen.